Tenshin Shoden Katori Shintô Ryu Budô Kyôhan
van Yoshio Sugino & Kikue Ito
Tenshin Shôden Katori Shintô-ryû wordt vaak beschouwd als de oudste historisch traceerbare zwaardschool van Japan. Daarnaast is het voor niet-Japanners misschien wel de meest toegankelijke school. Dit is mede te danken aan de tomeloze inzet van wijlen Yoshio Sugino; toen de dojo van Ôtake Risuke in Narita alleen nog bezocht kon worden door de enkele westerlingen die in Japan woonden, opende Sugino zijn Kawasaki dojo voor allen die geïnteresseerd waren en reisde hij naar Europa om het kobudo naar zijn leerlingen te brengen.

Sugino instrueert Mifune, Kurosawa kijkt toe.
Bijna zeventig jaar na het eerste verschijnen is Tenshin Shôden Katori Shintô Ryu Budo Kyôhan nu uitgegeven in een westerse taal. Naar het Duits vertaald door Izumi Mikami-Rott en Ulf Rott, kan een nieuwe generatie budoka kennismaken met het werk van Sugino Yoshio. Het is een verzorgd boek geworden; hoewel het omslagontwerp wat New Age-achtig aandoet, zijn de vele foto’s, die in de oorspronkelijke Japanse uitgave tamelijk onscherp waren, zonder verder kwaliteitsverlies overgenomen. Het boek is voorzien van een voorwoord van de huidige sôke en bevat een extra toevoegsel van dertig pagina’s, met onder andere een historisch overzicht van Sugino’s Yuishinkan dojo en een verklarende woordenlijst met uitleg over zaken als technieken, maten en eenheden, godenwereld en dergelijke. De Japanse tekst van Budo Kyôhan is zorgvuldig vertaald; moeilijk over te zetten begrippen worden daarbij tussen haakjes verder toegelicht en veel Japanse termen worden gehandhaafd naast de Duitse vertaling.
Inhoudelijk dringt zich al snel een vergelijking op met Ôtake Risuke’s Katori Shintô-ryû, Warrior Tradition (dat gebaseerd is op de Deity and the Sword serie), maar beide schrijvers benaderen het onderwerp vanuit een verschillend uitgangspunt. Waar het boek van Ôtake voor een groot gedeelte bestaat uit fotoreeksen van het curriculum zonder verdere uitleg, richt Sugino zich in een uitgebreide tekst juist op het beschrijven van de inhoud van de kata. In dit boek behandelt hij omote zwaard, bô en naginata, alsmede iai-jutsu en hij besteedt veel ruimte aan gedetailleerde uitleg over kamae, ma-ai, uitvoering van techniek en andere basiselementen. Hierbij komen soms interessante verschillen naar voren met de informatie van Ôtake. Zo wordt bij de behandeling van de iai kata kusanagi no ken bijvoorbeeld de positie tate-ichimonji beschreven als een overgangsmoment van yoko ichimonji (ofwel torii no kamae) naar jôdan no kamae terwijl het bij deze beweging volgens Ôtake handelt om een atemi-slag met de tsuka.
Een ander duidelijk verschil tussen de boeken van beide schrijvers is de behandeling van religieuze achtergronden. Ôtake beschrijft uitvoerig (mikkyô-) boeddhistische, taoïstische en confucianistische elementen. Het verband met Katori Shintô-ryu is hierbij soms duidelijk (zoals bijvoorbeeld in het geval van het gebruik van het taoïstische gogyô-systeem bij chikujôhô, het ontwerpen van fortificaties), maar in andere gevallen lijkt het meer te gaan om algemenere religieuze concepten. Sugino beperkt zich in Budô Kyôhan tot de behandeling van shintoïstische achtergronden van de school. Interessant is de militante ondertoon over nihon damashii, de geest van Japan (inclusief een uitwijding op p.54 over het grote nut van het zwaard in moderne oorlogvoering); het boek geeft een goed beeld van de militaristische retoriek van de jaren dertig en de rol die het budo hierin speelde.
Hedendaagse beoefenaren van Katori Shintô-ryu hebben te maken met twee stromingen binnen de ryu die in uitvoering van de kata uit elkaar gegroeid zijn en er bestaat hier en daar discussie over welke vorm(en) van KSR hieraan ten grondslag heeft (hebben) gelegen. Budô Kyôhan is wat deze vraag betreft geschreven op een zeer boeiend moment in de geschiedenis van de ryu, toen de verantwoordelijkheid voor het doorgeven ervan lag bij verschillende shihan, die hun eigen stempel moeten hebben gedrukt op hun onderricht. Als we sommige bronnen moeten geloven is de Ôtake-lijn tegenwoordig de enige authentieke lijn van overdracht binnen Katori Shintô-ryu en zijn beoefenaren van andere organisaties zelfs niet meer dan bedriegers. Het feit dat Sugino Yoshio in zijn voorwoord van Budô Kyôhan Iizasa sôke en zes shihan, waaronder de leraar van Ôtake Risuke, Hayashi Yazaemon sensei, dankt voor hun ondersteuning bij het tot stand komen van dit boek, doet echter vermoeden, dat de ryu zestig jaar geleden niet zou gepolariseerd was.

Uitgave: Gebonden, 246 bladzijden
Uitgeverij: Books on Demand GmbH
Taal: Duits
ISBN: 978-3-8423-0682-0
Engelse uitgave
Uitgegeven door Ulf Rott, 2016
ISBN: 978-1-326-77050-1